Mijn zesde seizoen wedstrijdroeien zit er weer op. Het is een veelbewogen jaar om op terug te blikken. Na de zomer kreeg ik te horen dat ik niet meer onder het Regionaal Talent Center zou roeien. Er was geen vertrouwen in mijn toewijding, motivatie en waar ik mijn prioriteiten legde. Dus viel ik tussen wal en schip. Van september tot december heb ik voor mijn studie stage gelopen in Assen bij het Drents museum. Daarnaast was m´n vriendin gedurende die periode ook in Frankrijk. Alles zat dus even niet mee. Na de Kerst in het zonnige Montpellier te hebben doorgebracht was ik klaar met de patsstelling. Ik benaderde Govert of hij mij wilde coachen. Samen met Marinus ging ik trainen in de tweezonder. Na drie maanden keihard zwoegen in de boot kwamen we op het NK goed voor de dag. We versloegen zelfs met ruime afstand de twee van mijn oude RTC-coach. Dat voelde toch fijn. Daarna begon het hele selectiecircus voor het formeren van een lichte acht voor het WK op onze eigen Bosbaan. Na een weekend zware seatraces werden Marinus en ik aan de kant gezet met kulargumenten. Ik zie alles nog steeds als gekonkel en doorgestoken kaart.
Maar je moet door. Dus we legden het naast ons neer en gingen verder. Op de Hollandbeker hebben Marinus en ik hele mooie races gevaren in de lichte tweezonder waarbij we het record van Paul en Joris benaderden met een nieuw pr. Op de NSRF gingen we combineren met Jurgen van Orca en Ward van Asopos. We wonnen met overmacht de lichte vierzonder in een tijd van 6.05. Hierdoor mochten we van de KNRB en de NSRF naar de FISU WK. Dit wereldkampioenschap voor studenten zou plaatsvinden in het Franse Gravelines, nabij Dunkerque. Ook Marloes Oldenburg had zich in haar skiff weten te plaatsen. Samen met de randstedelijke jongens, die bij ons in Grunn op ‘hoogtestage’ kwamen, hebben we de hele zomer intensief getraind en ons klaargestoomd voor het toernooi.
Wat ik zo mooi vind aan de FISU is dat het een toernooi is waar sprake is van uitblinken in twee zaken, de sport en de studie. Atleten zijn naast roeiers van niveau ook dusdanige studiebollen dat zij universitaire studies volgen. Zij weten het vele trainen en het halen van goede cijfers te combineren en dat blijft bewonderenswaardig.
Ons veld met negen boten was bezet met atleten van formaat. Zo zaten er in de Franse en Italiaanse ploegen jongens die al eremetaal hadden gewonnen op U23 of WK’s. In de heats waren we niet snel genoeg en dus werden we de volgende dag verwezen naar de repechage. Hier voeren we een race met veel meer overtuiging dan de dag ervoor en behaalden we door onze winst een plek in de finale. In de finale bleek dat wij niet beschikten over de ervaring van andere boten. Een medaille was misschien mogelijk geweest, maar we hebben teveel laten liggen na de start om mee te dingen om het brons. Zodoende verliep onze eigen race niet zoals we gewild en gehoopt hadden. We eindigen als 5e, net naast het podium, evenals Marloes. Desondanks, nu het enigszins heeft kunnen bezinken, kan ik stellen dat het een fantastische belevenis en mooie afsluiter van ons seizoen was. Een ervaring om niet snel te vergeten. De spanning bij het oproeien als je de schreeuwende vrienden en familie hoort, die in hartverwarmende getallen waren komen opdagen. Diep de verzuring in gaan, samen met je ploeggenoten, door het vuur. Strijden voor wat je waard bent. En dat hebben we gedaan. Er is niks mooiers dan dat! Met trots reflecteer ik nu dan ook terug op wat wij met elkaar, onder Goverts bezielende leiding én met steun vanuit het Talentenfonds, hebben weten neer te zetten.