Dinsdag 5 mei, Bevrijdingsdag. Na weken van mentale voorbereiding was bijna de dag aangebroken waarop het Groninger Heeren Dispuut Das Boot naar traditie het bewijs zou leveren dat wedstrijdroeiers aanstellers zijn. Zonder enige vorm van lichamelijke training zouden zij de ringvaart roeien, een boottocht van meer dan honderd kilometer. Vol van afkeer maar met goede moed vertrokken de heren naar het westen van het land, naar Leiden, om een dubbel-8 af te leveren. De Atalante, een boot van de A.G.S.R. Gyas. Een boot die de volgende dag honderd en twintig kilometer af zou leggen. Een boot waarin de zwaren nog geblikt hadden. In 1998. “Dus daar zal het niet aan liggen.” werd er gezegd.
Ondanks de zware tocht die op handen was lieten de heren zich hun goede humeur niet ontnemen. Mede dankzij een tweetal flessen, meegenomen door Dreesman, de jongste van het stel, bleef de stemming gematigd positief. Dreesman zou op boeg zitten de volgende dag, onder het motto “Goede boeg, goede ploeg.” Een leus om het gebrek aan enthousiasme op te vullen. Tevergeefs. Ook hij had een slechte dag voor de boeg. De verhalen die de rondte deden over het afzien, de pijn en blessures probeerden zij te vergeten en even leek het alsof zelfs von Martels, jonkheer aan het Duitse hof, de tocht wel zag zitten. Tegen beter weten in werd er gelachen en gedronken. Iedereen sprak zijn vertrouwen uit. Zij zouden die ringvaart wel uitroeien. Vertrouwen om wilskracht uit te putten. De lach op het gezicht van Niels, chauffeur van de Botenwagen, was veelbetekenend.
De ochtend van de veel gevreesde uitputtingsslag begon vroeg. Op de Asopos ontmoetten de roeiers en oude lullen elkaar. Latino Tijn en Candy Andy stonden zoals gebruikelijk van het uitzicht te genieten. Fjezze Fur en Smurriaan probeerden de rest aan te sporen om mee te helpen met de voorbereidingen. Er werd gelachen en gerookt. De heren werden tot de orde geroepen. Dit was de enige serieuze dag voor het G.H.D. Das Boot. Morgen mochten we weer terugvallen in ons gebruikelijke gedrag, maar vandaag was er geen tijd voor geintjes. Het coachpraatje werd goed ontvangen maar was weinig inspirerend. Iets met trappen. Ook Baas Benno had klaarblijkelijk het gevoel dat het doel, het behalen van de finishlijn, vroegtijdig in het water zou vallen.
Het oproeien verliep beneden alle verwachtingen. Ondanks de juist toegepaste techniek van de slag, hardcore alto Wind, bleek al snel dat het talent van von Martels niet toereikend was om mee te komen met het beukgeweld van het powerhouse. Dit talent, dat sinds zijn inschrijving bij de Gijas maar liefst zeven keer in een boot gezeten had, wist door middel van een goed uitgevoerde schwalbe het publiek op het verkeerde been te zetten. Even werd gedacht dat er echt sprake was van onoverkomelijke problemen met zijn dol, maar later bleek er sprake te zijn van gebrek aan ervaring. Dit bleek tevens uit de reactie van Simon, ringvaart veteraan en marathonloper, “Die jongen weet van toeten noch blazen.”
Ondanks dit voorval wisten de helden uit Groningen zonder al te veel moeite de start te bereiken. Het geluid van de toeter uit de wedstrijdtoren deed de mannen beseffen dat de honderd kilometer was aangebroken. Met fiere slagen ramden zij de boot door het water, maar het zat de heren niet mee. Na de start werd het weer slechter. Wolken pakten zich samen. De wind wakkerde aan. Golven sloegen genadeloos tegen de huid van de boot en palen werden uit handen gerukt. De eerste golf sloeg over de rand van de boot. Vanuit de volgsloep werd geroepen dat er doorgeroeid moest worden. Onder het gebulder van de wind werd gevochten tegen het water, maar zoals later zou blijken mocht het niet baten. Na enige momenten wist een tweede golf door de golfbrekers heen te beuken. Het stuur, Maurits, voorzitter van Chlamydia Sex, begon te hozen. Het was dweilen met de kraan open. Op de sloep vielen de woorden: “Dit gaat mis.”
Voordat de heren er erg in hadden verdween de rand van de boot onder de waterspiegel. Palen werden losgelaten, voetriemen ontbonden. Onder leiding van vogelspotter Bas en oud-bestuursleden Jouke en Timme werden de heren in veiligheid gebracht. Vanuit de sloep moesten zij machteloos toekijken hoe de Atalante zonk en in twee delen weer boven kwam drijven. De ringvaart was ten einde, zoveel was duidelijk.